Vaccinatie bij een kat:
Zoals wij beschermd worden tegen besmettelijke ziekten (bv. griepvaccinatie) is het eveneens noodzakelijk uw kat te laten vaccineren. Niet-gevaccineerde katten lopen risico op ernstige infectieziekten, die tot chronische problemen kunnen leiden of zelfs levensbedreigend kunnen zijn. Door een eenvoudige vaccinatie kan uw huisdier beschermd worden tegen deze virale infecties.
Een vaccinatie zorgt voor de opbouw van immuniteit (via antistoffen) tegen bepaalde ziekteverwekkers. Bij een vaccinatie wordt een kleine hoeveelheid vaccin, dat de ziekteverwekkers bevat, onder de huid ingespoten. Deze ziekteverwekkers zijn zo behandeld dat ze de kat niet ziek maken, maar zorgen ervoor dat de kat afweerstoffen aanmaakt tegen de ziekte. Komt uw kat na de vaccinatie in contact met deze ziektekiemen dan zal ze tegen deze aandoening beschermd zijn en wordt ze niet of veel minder ziek.
Jonge katjes krijgen via moedermelk tijdelijke bescherming tegen ziekten. Na het spenen dalen deze antistoffen snel, waardoor vaccinatie essentieel wordt. Een basisvaccinatie bestaat uit twee doses op 9 en 12 weken. Vooral vaccinatie tegen katten- en niesziekte is cruciaal, vooral voor buitenkatten ook tegen leucose. Voor volwassen katten is jaarlijkse hervaccinatie nodig om de afnemende antistoffen te compenseren en om de algemene gezondheid te controleren.
Overzicht van de voornaamste kattenziekten waarvoor een vaccin bestaat:
Kattenziekte (Panleucopenie)
Een zeer besmettelijk virus, vaak met dodelijke afloop. Typische symptomen zijn: lusteloos, koorts, braken en waterige diarree. Ook het beenmerg en de lymfeklieren kunnen worden aangetast. Dit geeft aanleiding tot een verminderde weerstand waardoor andere infectieziekten het ziektebeeld kunnen verergeren.
Niesziekte
Meerdere ziekteverwekkers spelen bij deze luchtwegaandoening een rol (calicivirus, katten herpes virus en een aantal bacteriën zoals Bordetella bronchiseptica en Chlamydia). De voornaamste symptomen zijn: vermoeidheid, niezen, aften in de mond, neusvloei, tranende ogen en koorts. Katten die hersteld zijn van niesziekte blijven frequent drager van deze virussen en blijven deze ziektekiemen alsnog verspreiden. Bovendien leidt het virus vaak tot chronische aandoeningen (snot en/of oogontstekingen), die moeilijk te behandelen zijn.
Kattenleucose
Leucose wordt aanzien als één van de belangrijkste ziekten en doodsoorzaken bij de kat. Het virus verspreidt zich door onderling contact. De tijd tussen infectie en het uitbreken van de ziekte kan soms jaren duren. Een besmette kat kan dus perfect gezond lijken, maar vormt een groot gevaar voor haar soortgenoten in de buurt.
De symptomen van leucose zijn zeer uiteenlopend omdat het zich kan uiten in verschillende vormen, zoals bijvoorbeeld door tumoren, bloedarmoede, diarree, slecht eten, vermageren.
Rabiës – Hondsdolheid
Ook de kat is gevoelig voor dit virus. Een kat met hondsdolheid zal, in tegenstelling met de hond, eerder wegkruipen en slechts bij hoge uitzondering bijten. Voor reizen naar de Ardennen en het buitenland is de vaccinatie tegen rabiës verplicht. Ook indien u met uw kat op een camping wil verblijven, is deze vaccinatie verplicht.
Ontworming:
Katten zijn vaak besmet met wormen. Vooral infecties met spoelwormen en lintwormen komen voor in ons land. Deze wormen zijn voornamelijk gevaarlijk voor kittens. Ze kunnen via de moedermelk besmet worden, daarom moet al vroeg begonnen worden met ontwormen.
Wormen zijn veelvoorkomend en uw kat kan er op verschillende manieren mee besmet raken. Alle katten snuffelen graag rond. Als één van die plaatsen besmet is door wormeieren, krijgt uw kat er automatisch een paar op de pootjes, vacht of neus. Het dier hoeft zich vervolgens maar even te likken om de wormeieren binnen te krijgen. Bovendien kunnen wij zelf de eitjes via onze schoenen mee in huis brengen. Een andere bron van besmetting zijn prooien (tussengastheren), zoals vogels en muizen. Ook vlooien fungeren als tussengastheer.
Mensen kunnen besmet worden met spoelwormen via hun huisdier en hier ziek van worden. Naast het ontwormen is tevens hygiëne bij de omgang met huisdieren van belang, met name voor kinderen.
Typische klachten van een worminfectie bij de kat zijn diarree, een opgezwollen buikje, gewichtsverlies en een doffe vacht. Maar lang niet alle worminfecties geven zichtbare verschijnselen. Alle reden dus om uw kat regelmatig te ontwormen. Kittens kan u best tijdens de twee eerste levensmaanden om de twee weken ontwormen, vanaf de leeftijd van drie maanden maandelijks en vanaf de leeftijd van een half jaar om de drie maanden. Een volwassen dier kan u best viermaal per jaar ontwormen, zeker als het om een kat gaat die regelmatig een prooi vangt.
In onze praktijk zijn verschillende ontwormingsmiddelen voorradig. Wij adviseren u graag over het meest geschikte middel en de juiste dosering voor uw kat.
Vlooien en teken:
Vlooien en teken zijn huidparasieten die veel ongemak en medische problemen kunnen veroorzaken, zowel bij uw huisdier, als bij uzelf.
VLOOIEN
Vlooien zijn vleugelloze bruine insecten, ongeveer 1,5 tot 3 mm groot. Wereldwijd zijn er wel 2200 verschillende soorten. Kattenvlooien komen echter het meest frequent voor, ook bij de hond.
De volwassen vlo voedt zich met bloed van haar gastheer. Een vlooienwijfje heeft dit bloed nodig om eitjes te leggen. Deze eitjes, tot wel 50 per dag, worden in de vacht gedeponeerd en vallen in de directe omgeving. Na enkele weken ontwikkelt het eitje zich tot larve. Deze larfjes voeden zich ondermeer met huidschilfers en de ontlasting van de volwassen vlooien in haar omgeving. Als de larve is uitgegroeid, verpopt zij zich in een cocon. Het popstadium kan maanden duren maar uiteindelijk komt er een nieuwe vlo uit en begint de cyclus opnieuw. Vroeger vermenigvuldigden de vlooien zich vooral in de zomermaanden, maar nu weten ze zich in onze goede verwarmde huizen het hele jaar door te handhaven en soms ware vlooienplagen te veroorzaken.
Soms veroorzaken de beten van vlooien alleen wat huidirritatie, maar als de kat veelvuldig wordt gebeten kan dat bij jonge of verzwakte dieren leiden tot ernstige bloedarmoede. Bovendien kunnen volwassen vlooien drager zijn van de lintworm en derhalve een lintworminfectie overbrengen. Grote problemen kunnen ontstaan bij dieren die allergisch zijn voor het speeksel van de vlo. Ze ontwikkelen allergische huidziekten, die met veel jeuk en huidinfecties gepaard gaan. Bovendien bijten de vlooien ook mensen en veroorzaken huidirritatie en sterk jeukende beten.
Bij de verzorging van uw kat hoort derhalve een goede vlooienbestrijding. Men moet zich goed realiseren dat 90% van de vlooien zich in de directe omgeving van het dier bevindt en niet noodzakelijk op het dier zelf. Het is dus zinloos alleen uw huisdier te behandelen. Behandeling van de omgeving is altijd essentieel bij een goede vlooienbestrijding en moet steeds gelijktijdig gebeuren met de behandeling van uw dieren. In onze praktijk beschikken we over middelen die zowel de vlooien en eitjes doden, als vlooienlarven in de directe omgeving van het dier. Meer info bij uw dierenarts.
TEKEN
Teken zijn kleine bruinzwarte parasieten van 1 tot 3 mm groot die zich uitsluitend kunnen voeden met het bloed van u of uw huisdier. Ze vervellen een aantal malen voordat ze volwassen worden. Voor iedere vervelling hebben ze een bloedmaaltijd nodig. Na de bloedmaaltijd valt de teek van de gastheer om met de volgende fase van zijn levenscyclus te beginnen.
De activiteit van teken hangt samen met het klimaat. Het voorjaar en de herfst zijn bekende risicoperiodes voor het oplopen van besmettingen met teken. Toch worden er het hele jaar door tekenbesmettingen vastgesteld.
Het zich in de huid vastzetten van de teek geeft vaak jeuk en irritatie. Zelfs na het loslaten van de teek kan er zich gedurende enige tijd een verdikking en ontsteking van de huid voordoen.
In onze streken is de ziekte van Lyme de belangrijkste aandoening die door teken wordt overgebracht. De ziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi. Uit recent onderzoek is gebleken dat meer dan 15% van de teken in België besmet is met de bacterie. In de Kempen zou dit percentage hoger zijn. Daarom raden we sterk aan gebruik te maken van preventieve middelen (pipet of halsband) die de teken snel afdoden en/of verhinderen dat ze steken. Meer info bij uw dierenarts.